Column – Oogappels

Posted on

Lang, lang geleden, ik denk toen ik een jaar of 12 was, maakte ik met mijn oudere broer en wat jongens uit de buurt een keer een fikkie met oud en nieuw. Een meter of honderd van ons huis stond een kerk met daarachter een grasveld en een geasfalteerd parkeerterreintje en een fietsenhok. Dat fietsenhok moest het sowieso al elk jaar bezuren wat vuurwerk betreft maar dit jaar hadden we besloten dat we op oudejaarsavond een heus vreugdevuur wilden bouwen. Ik, als jongste van ’t zooitje, vond ’t allemaal retespannend en scheetjes latend van de zenuwen ging ik die avond met de boys op stap.

Zo gezegd, zo gedaan. De jeugdige overmoed nam de boel al snel over en in plaats van wat hout uit de tuin van de buurtjongens werden er al snel paaltjes en planken aangesleept van de bouwplaats naast het parkeerterrein. Het vuur ging als een malle en hoewel overmoedig merkte ik dat we ook een tikje bang werden. En wat denk je? Tien minuten later kwam er een keurige volvo 440 in politie kleuren het parkeerterrein opgerold. We renden direct weg maar toen oom agent zijn stem liet bulderen kwamen we heel beteuterd met de kin op de borst terug geslenterd. Of we soms gek waren geworden en of we wel even heel rap dat vuur uit wilden maken. Hij besloot met de mededeling dat ie over 15 minuten terug zou komen om te kijken we gehoorzaamd hadden.

Wat denk je dat we deden? Gaven we hem de middelvinger? Wensten we hem een hele rittenkaart aan ernstige ziektes toe? Maakten we zijn moeder uit voor dame van lichte zeden? Gooiden we vuurwerk naar zijn harses? Duwde we zijn wagen op de kant en staken we die vervolgens in de fik? Of poepten we bijna in onze broek van angst? U raadt het al. Angst hadden we voor de diender maar nog veel meer voor onze ouders. Als die er toch eens achter kwamen… Dan zou er pas echt wat zwaaien; dat was één ding wat héél zeker was.

Afgelopen week vaardige burgemeester van Schaik een heuse noodverordening uit voor onze wijk Stadsdennen, vanwege een serieuze dreiging tot rellende jongeren. En zo behoorde Harderwijk ineens tot een illuster rijtje grote steden. En dat is in dit geval helemaal niks om trots op te zijn. Twee dagen later werd het zelfs een noodbevel en werd die verlengd tot maandag 1 februari voor heel Harderwijk. Schijnbaar is er een groepje opgeschoten knapen in Harderwijk die serieuze plannen heeft om “chaos te maken” ergens in Harderwijk. Knapen die klaarblijkelijk geen respect kennen voor de politie of angst voor een draai om de oren van papa en mama.

Ik constateer daar direct zowel het probleem als de oplossing. Het is allemaal grotendeels een kwestie van opvoeden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *