Het is donderdagochtend, kwart over tien. Ik ben thuis aan het werk en terwijl ik even achteroverleun na een slok van mijn welverdiende koffie verkeerd (ja, ik ben een foute koffiedrinker) bewonder ik de zonnebloem in onze achtertuin. Een zonnebloem die iets te veel ‘Japie en de bonenstaak’ heeft gelezen, want hij steekt inmiddels ver boven de schuur uit. Er begint inmiddels een bloem op te komen dus het lijkt erop dat het einde van zijn ambities in zicht is. Wel jammer, ik was net aan het opzoeken wat het hoogterecord van een zonnebloem in Nederland is. Met zijn twee meter vijfenzeventig (ik heb hem opgemeten, mannendingetje) was er overigens nog wel een lange weg te gaan om in aanmerking te komen. Zo bijzonder is ie dus niet. Voor mij wel, maar dat is het papa instinct denk ik. Ik ben gewoon een beetje trots.
Trots als een papa. Op een zonnebloem. Misschien is het een soort afleidingstherapie. Ik weet het niet. Feit is dat Maud een gigantische mama-periode heeft. Eigenlijk komt papa niet echt meer in het verhaal voor. Mam moet haar schoentjes aan doen, mama moet haar luier vervangen en mama moet haar knipje in doen. Tot zover het goede nieuws. Mama moet namelijk ook het verhaaltje voor het slapen gaan voorlezen, mama krijgt een dikke knuffel en zeventien kussen voor het slapen gaan en papa wordt afgescheept met een piepklein kusje, onder dwang nog wel. Zo’n kus die je als 11-jarige aan je oma geeft. En tot overmaat van ramp: vanochtend bracht ik het prinsesje met de fiets naar de dagopvang en krijste ze de gehele weg om mama.
En vrouwlief? Die geniet. Die kijkt me regelmatig met een geniepig ‘lekker puh’ glimlachje aan. Ze weet: ‘jouw tijd komt wel weer papa’. En dat zal vast wel. Maar misschien kan ze daar even mee opschieten. Het is echt niet leuk om zo vaak een blauwtje te lopen als je zo stapelverliefd ben op zo’n kleine dreumes. Wel lekker rustig, bij tijd en wijle. Maar aangezien ik nu iets meer tijd over houd voor de kattenbak (volgens mijn vrouw dan) kan ik u vertellen: doe mij maar poepluiers. Als ik na mijn werk dan maar de zonnebloem water sta te geven, hoor ik de schuurdeur opengaan. Ik besteed er weinig aandacht aan. Het zullen mijn vrouw en dochter wel zijn. Die hebben het heus wel gezellig zonder mij. Als er even later een klein wervelstormpje de schuur uit komt gerent duurt het even voor mijn vrouw volgt. Als ze eindelijk de schuur uitkomt kijkt ze me aan met een dikke pruillip. Ik vraag haar wat er is. “Ze riep om papa toen ik haar op ging halen”. Mijn hart maakt een sprongetje en gelukzalig gooi ik Maud in de lucht. Het waren 24 helse uren.